Open Brief Loterijverlies aan Tweede Kamer

 Geachte heer/ mevrouw,

 

De Staatsloterij is 30 januari 2015 door de Hoge Raad veroordeeld voor het doen van onder meer:

 ‘- verklaart voor recht dat Staatsloterij gedurende de periode 2000 t/m 2007 misleidende mededelingen heeft gedaan over het wel- of niet-gegarandeerd zijn van de prijzen, de winkansen en het aantal gewonnen prijzen en hierdoor in strijd heeft gehandeld met artikel 6:194 (oud) BW;

- verklaart voor recht dat Staatsloterij in 2008 misleidende mededelingen heeft gedaan over de hoogte van prijzen en hierdoor in strijd heeft gehandeld met artikel 6:194 (oud) BW’

 

In de gevoerde collectieve procedure ‘kon’ in verband met procestechnische redenen geen verklaring voor recht ter zake bedrog worden geëist. Feitelijk heeft de Staatsloterij echter haar deelnemers jarenlang bedrogen (gradatie zwaarder dan misleiding). De Staatsloterij heeft namelijk moedwillig een truc toegepast teneinde haar loterij zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Te weten: het toevoegen van lotnummers aan de verkochte loten om haar loterij zo aantrekkelijk mogelijk te maken. De Staatsloterij heeft ook zelf aangegeven dat ze dit heeft gedaan om de loterij zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Zie daarvoor Gerechtshof 28 mei 2013 inzake Staatsloterij/Loterijverlies en dan met name de volgende passage (Tros Radar 29 oktober 2007):

 

'En door zeg maar 20 kansen te bieden en daar uiteindelijk gemiddeld he, 4 uit te keren, en daarmee maak je natuurlijk je loterij zo aantrekkelijk mogelijk'.

 

In de jaren 70 werd in New York een loterij die hetzelfde deed direct gesloten. Hier wordt vooralsnog niks gedaan door de overheid/justitie en probeert de staatssecretaris Wiebes van Financiën tezamen met de Staatsloterij en haar advocaten een fusie met de Lotto er doorheen te drukken. Dit trachten zij te doen door op de achtergrond onder meer niet het besluit van de ACM af te willen wachtten of een fusie niet in strijd is met de mededinging , Loterijverlies, haar deelnemers en de Tweede Kamer niet volledig en onjuist te informeren omtrent de fusie en haar gevolgen voor schuldeisers alsmede de stand van zaken van de claims van Loterijverlies en haar 193.000 deelnemers.

 

De Staatsloterij heeft meer dan een paar honderd miljoen euro in de periode 2000-2008 nooit uitgekeerd. Ook na het arrest van het Gerechtshof gaat de Staatsloterij door met de misleiding waar zij zich jaar in, jaar uit reeds schuldig aan maakt. Nota bene heeft de Staatsloterij zelfs eerder in de procedure gesteld dat nagenoeg alle prijzen op verkochte loten zijn gevallen. Nadat deze stelling was genomen heeft Loterijverlies stukken in handen gekregen waaruit bleek dat honderden miljoenen op niet-verkochte loten(automatisch gemanipuleerde lotnummers die later  werden toegevoegd aan de verkochten loten) waren gevallen.

 

In het programma Jinek van 8 juni 2015 na het  arrest van de Hoge Raad stelt directeur Van Steenis het volgende omtrent de misleiding:

 

"Dat trekken uit niet-verkochte loten is slechts in zeer beperkte mate voorgekomen"

 

Dit is wederom misleidend omdat de Staatsloterij dat juist in zeer grote mate heeft wel gedaan. Indien en voor zover de Staatsloterij dit in zeer beperkte mate zou hebben gedaan, dan was de vordering van Loterijverlies natuurlijk nooit toegewezen.

 

De Staatsloterij blijft dus misleiden. Ook omtrent de voorgenomen fusie door op 22 januari 2016 te stellen dat:

 

‘"De voorgenomen fusie tussen de Nederlandse Staatsloterij en De Lotto heeft geen enkele invloed op mogelijke claims tegen de Staatsloterij", reageert de Nederlandse Staatsloterij.’

 

De Staatsloterij en tevens staatssecretaris Wiebes zijn er van op de hoogte dat in het voorstel tot de fusie (dat zij zelf hebben gemaakt) bedragen op een escrow rekening worden gestort. In schrijven van 9 oktober 2015 stelt de staatssecretaris van Financiën immers het volgende bij het voorstel tot fusie:

 

 ‘Om te bewerkstelligen dat het resultaat van de fusieorganisatie voor 63% toe zal komen aan de staat en voor 37% aan NOC*NSF en ALN is concreet het volgende overeengekomen. De verplichte afdrachten uit de Staatsloterij die toekomen aan de staat worden overgemaakt op een speciale geblokkeerde bankrekening (escrow rekening) die wordt aangehouden bij een neutrale en financieel betrouwbare derde (escrow agent). Hetzelfde geldt voor de verplichte afdrachten uit SNS die toekomen aan NOC*NSF en ALN.’

 

Advocaten van de Staatsloterij stellen in antwoord op vraag van Loterijverlies dat er materieel gezien geen gevolgen zijn voor schuldeisers indien de fusie er komt. Daarmee verzwijgen zij dat er formeel gezien wel degelijk gevolgen kunnen zijn.

 

Indien en voor zover de Staatsloterij in staat van faillissement of andersoortige situatie waarin het niet langer kan voldoen aan de op haar rustende verplichtingen komt te verkeren, waartoe een gerede kans bestaat – waarover later meer- , dan zal een schuldvereffenaar ermee geconfronteerd worden dat gelden bij een escrow agent staan en derhalve niet binnen het vermogen van de Staatsloterij. Het resultaat van de fusieorganisatie is ook een gewone vordering die zelfs achtergesteld dient te zijn aan de vorderingen van bijvoorbeeld de 193.000 deelnemers van Stichting Loterijverlies.nl en de vorderingen van Stichting Loterijverlies.nl voor wat betreft de buitengerechtelijke kosten.

 

De vorderingen van Loterijverlies en haar deelnemers.

Op 30 januari 2015 heeft de Hoge Raad de Staatsloterij veroordeeld tot misleiding van haar deelnemers in de periode 2000 tot 2008 en de Koninginnedagloterij 2008. Daarbij is onder meer het volgende overwogen:

 

 ‘de schade als gevolg van de misleidende mededelingen van Staatsloterij niet bestaat uit het verlies van de kans op winst (het positief belang), maar uit de kosten van aankoop van een staatslot (het negatief belang) waarvan, gezien het onder 4.17 gegeven oordeel, een aanzienlijk deel van de consumenten zou hebben afgezien, althans tegen dezelfde voorwaarden, wanneer Staatsloterij juiste en volledige mededelingen had gedaan.’ 

 

De 193.000 deelnemers van Loterijverlies stellen zich op het standpunt dat zij zich misleid/bedrogen voelen en hun geld terug willen van de Staatsloterij inclusief de rente. Duidelijk is dat de schadevergoeding het aankoopbedrag van het staatslot bedraagt inclusief rente en kosten. Causaliteitsverweren zijn al reeds in de collectieve actie naar voren gebracht en gepasseerd door de Hoge Raad, wat heeft geleid tot arrest van de Hoge Raad waarin voor recht is verklaard dat de Staatsloterij gedurende de periode 2000 tot en met 2007 misleid heeft. De collectieve actie die jarenlang en uitgebreid is uitgevoerd, is natuurlijk niet voor niks gevoerd. Een collectieve actie is er juist voor in het leven geroepen dat de individuele zaken efficiënt kunnen worden afgedaan. In deze zaak is ook iedereen op gelijksoortige wijze misleid. Uit de gegeven feiten blijkt dat de Staatsloterij blijkbaar er op aanstuurt dat Loterijverlies 193.000 zaken aanhangig maakt bij de rechtbank te Den Haag. Voor Loterijverlies is dat overigens geen probleem, voor het rechtssysteem naar oordeel van Loterijverlies niet wenselijk. De vordering van de 193.000 deelnemers bedraagt op zijn minst ruim 300 miljoen. Dit bedrag is groter dan de Staatsloterij aan eigen vermogen heeft. Het eigen vermogen bedroeg volgens het laatst gepubliceerde jaarverslag 73 miljoen euro. De Staatsloterij had dit vermogen overigens reeds kunnen en moeten hebben wanneer er voorzieningen waren getroffen in plaats van juist uitkeringen aan de overheid. Wat het huidige eigen vermogen is wil de Staatsloterij niet aangeven. De Staatsloterij heeft in 2013 nog aan Loterijverlies aangegeven dat zij er inderdaad mee bekend is, gezien het arrest van het gerechtshof van 28 mei 2013, dat degenen die zich bij Loterijverlies hebben aangemeld hun geld dienen terug te krijgen inclusief rente en kosten.

 

In het arrest van de Hoge Raad is verder het volgende bepaald:

 

‘Het hof heeft daarbij vastgesteld dat het in de perceptie van de maatman bij de winkans ging om gemiddeld zo’n 20 grote prijzen per 3 miljoen loten, terwijl in werkelijkheid sprake was van toekenning van (slechts) 4 grote prijzen. Het hof heeft dit verschil voldoende geoordeeld om de maatman te (kunnen) misleiden en heeft daarbij het verweer van Staatsloterij verworpen dat dit verschil niet van materieel belang voor de maatman heeft kunnen zijn omdat het in beide gevallen gaat om minuscuul kleine kansen van 0,00000667% respectievelijk 0,000000953% (rov. 4.14). Voorts heeft het hof in rov. 4.15 geoordeeld dat het redelijkerwijs aannemelijk moet worden geacht dat de desbetreffende mededelingen van Staatsloterij van materieel belang waren, alsmede in rov. 4.18 dat een aanzienlijk deel van de consumenten zou hebben afgezien van aankoop van een staatslot, althans tegen dezelfde voorwaarden, wanneer Staatsloterij juiste en volledige mededelingen zou hebben gedaan.’ 

 

Duidelijk is dus dat bij een vordering op basis van onrechtmatige daad ofwel bedrog het uitgangspunt van de schadeberekening het aankoopbedrag van de staatsloten is. Overigens heeft bijna 100% van degenen die antwoord hebben gegeven op de vraag of zij staatsloten zouden hebben gekocht indien zij wisten dat de Staatsloterij lotnummers zou toevoegen, daar negatief op gereageerd. Deelnemers van Loterijverlies voelen zich door de Staatsloterij misleid/bedrogen én met recht, gezien het arrest van de Hoge Raad. Ten overvloede dient te worden opgemerkt dat Loterijverlies reeds een opinie van emeritus hoogleraar Kabel aan de Staatsloterij heeft doen toekomen, waaruit blijkt dat deelnemers inderdaad hun geld moeten terugkrijgen. In het zogenoemde World Online arrest is overigens het volgende bepaald:

 

‘4.11.2 Met het oog op die effectieve rechtsbescherming en gelet op de met de prospectusvoorschriften beoogde bescherming van (potentiële) beleggers tegen misleidende mededelingen in het prospectus, zal tot uitgangspunt mogen dienen dat condicio sine qua non-verband tussen de misleiding en de beleggingsbeslissing aanwezig is. Dit betekent derhalve dat in beginsel aangenomen moet worden dat, indien geen sprake van misleiding zou zijn geweest, de belegger niet – of bij aankoop op de secundaire markt: niet dan wel niet op dezelfde voorwaarden – tot aankoop van de effecten zou zijn overgegaan.’

 

Loterijverlies kent geen enkel argument van SENS die het voorgaande zou ondergraven. Doordat de Staatsloterij wederom niks stelt (en overigens Wiebes ook niet) omtrent het feit dat het aannemelijk is dat er schade dient te worden uitbetaald aan de deelnemers, handelt zij onrechtmatig jegens Loterijverlies en haar deelnemers. Verder kan en mag het niet zo zijn dat er wordt besloten tot een fusie die zeer nadelige gevolgen heeft voor de schuldeiserspositie van een paar honderdduizend deelnemers die het aankoopbedrag van hun staatsloten terugeisen en dat bovendien bij schrijven aan SENS dat reeds hebben gevorderd!

 

Wat verder een zeer laakbaar punt is, is dat de advocaten die zeggen namens de Staatsloterij te willen schikken met Loterijverlies en haar deelnemers tevens de Staatsloterij en Wiebes adviseren omtrent deze fusie. Deze advocaten geven dus aan te willen schikken, tegelijkertijd wordt er geen enkel aanbod gedaan, tijd gerekt en bereidt datzelfde advocatenkantoor een fusie voor tussen Lotto en SENS. Er is aan de onderhandelingstafel uitgesproken om over een mogelijke schikking er op 31 december 2015 uit te zijn. Uit stukken die Loterijverlies inmiddels in handen heeft blijkt dat achter de schermen door Wiebes (staatssecretaris van Financiën) de fusie per se per 1 januari 2016 moet zijn geëffectueerd en dat er niet kon worden gewacht op het ACM besluit:

 

‘Waarom moet de fusie per se per 1 januari 2016 worden geëffectueerd en kan er dus niet worden gewacht op het ACM-besluit?’ 

 

Deze gang van zaken is ongehoord en daarnaast misleidend tegenover Loterijverlies en haar deelnemers door dit geenszins aan Loterijverlies te melden. Daarnaast is deze gang van zaken ongehoord en probeert Wiebes/ Staatsloterij willens en wetens schuldeisers van de Staatsloterij te benadelen. Zij was immers toen ook al door Loterijverlies in gebreke gesteld ter zake de vordering van de deelnemers. Des te opmerkelijker is het feit dat de toenmalige NMA in het vierde kwartaal van 1999 een fusie tussen Staatsloterij en Lotto verboden heeft.

 

Verder kan het niet zo zijn dat een organisatie waarbij een claim is ingesteld van 300 miljoen gaat fuseren met de Lotto. In een normale bedrijfseconomische situatie zou dat nooit gebeuren.

 

De acties die Loterijverlies thans heeft ondernomen zijn onder meer:

-        Vordering namens de deelnemers gestuurd

-        (ex-)directieleden, accountants, overheid (persoonlijk) aansprakelijk gesteld namens  Loterijverlies en haar 193.000 deelnemers

-        Reeds een concrete vordering aanhangig is van een deelnemer waarbij Loterijverlies zich zeer binnenkort zal voegen

-        Beroep ingesteld tegen het besluit van de ACM dat de fusie er ‘mag’ komen

-        Binnenkort een kort geding tegen Stichting Exploitatie Nederlandse Staatsloterij met een verbod tot het doen van nadere uitkeringen gezien vorderingen van de 193.000 deelnemers

-        Klachten ingediend tegen advocaten van Van Doorne advocaten (kantoor dat adviseert ter zake de fusie)

-        Er worden voorbereidingen getroffen om de zaak aanhangig te maken voor de ruim 193.000 deelnemers van Loterijverlies.

-        Strafrechtelijke aanklachten tegen onder meer de (ex-)directie en advocaten in verband met misleiding dan wel bedrog

Hoogachtend,

 

 Stichting Loterijverlies.nl