DNB faalde in toezicht op DSB

DEN HAAG - Dirk Scheringa is zelf verantwoordelijk voor de ondergang van zijn DSB Bank, maar toezichthouder De Nederlandsche Bank (DNB) had Dirk Scheringa in 2005 geen bankvergunning mogen geven. In de jaren erna was DNB te geduldig en wachtte te lang met ingrijpen bij de slecht en onprofessioneel geleide bank.

Oud-staatssecretaris Michiel ScheltemaDat zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport van de commissie-Scheltema over de ondergang van DSB Bank. Minister Jan Kees de Jager van Financiƫn nam de conclusies over, maar sprak wel zijn ,,volle vertrouwen'' uit in DNB-president Nout Wellink en zijn staf.

Uit het onderzoek blijkt dat Dirk Scheringa meer een handige verkoper was dan een degelijke en betrouwbare bankier. DSB was onder zijn leiding eenzijdig gericht op geld verdienen via provisies en het verkopen van koopsompolissen bij kredieten. Er was te weinig oog voor het belang van de klant en evenmin voor de risico's van bankieren.

Al in 2005 waren er ,,zodanige tekortkomingen in de leiding en de organisatie van DSB Bank'' dat DSB van DNB nooit een bankvergunning had mogen krijgen. ,,Aan de eisen die de wet in dit opzicht stelt, was dan ook onvoldoende voldaan: DNB had op deze punten meer moeten verlangen'', aldus Scheltema.

Maar ook in de jaren erna faalde DNB door DSB te weinig zijn tanden te laten zien. Pas in de zomer van 2009 wilde DNB gaan ingrijpen, maar dat plan werd doorkruist door de oproep van Pieter Lakeman aan alle spaarders om hun geld bij DSB weg te halen. Als hij dat niet had gedaan, ,,had een faillissement wellicht voorkomen kunnen worden'', stelt Scheltema, die vindt dat dergelijke oproepen strafbaar moeten worden.

Minister De Jager stelde in een reactie dat DSB voor de ondergang zelf de verantwoordelijkheid draagt. Uit de kritiek op DNB trekt hij wel lessen. DNB moet de terughoudende cultuur binnen de bank veranderen en ook het interne toezicht versterken.

 

(ANP)